Talkies
Wanneer heb je voor het laatst gelachen?
‘Net nog, ik lach altijd! Mijn grootste streven is ook om een glimlach op iemands gezicht te toveren.’
Dat doe je dus niet alleen professioneel…
‘Ook privé, ik ben eraan verslaafd. Het is echt mijn hobby om mensen aan het lachen te maken. Als ik in een restaurant zit en ik zie een heel chagrijnig iemand, dan doe ik er alles aan om diegene aan het lachen te maken en stuur ik bijvoorbeeld wijn. Daar geniet ik van.’
Terwijl veel cabaretiers in werkelijkheid heel anders zijn dan op het podium.
‘Het is mijn kracht en mijn zwakte. Wat ik op het podium ben, dat ben ik altijd. Ik ben ook altijd heel actief, slaap maar drie uurtjes per dag. Voor iemand die last heeft van humeuren en depressies is zo’n vrouw dodelijk.’
Valt er dan wel met jou te leven?
‘Dat zul je aan mijn man moeten vragen! Al hebben wij een LAM huwelijk; Living Apart Married. We leven de weekenden samen, doordeweeks woont hij in Londen en Istanbul.’
Zou het lastiger worden als jullie elke dag bij elkaar zouden zijn?
‘Ja, maar hij is daarin net als ik. Hij vroeg mij binnen twee weken ten huwelijk en op die dag was alles goed, maar de volgende dag zei hij: “Ik heb je wel ten huwelijk gevraagd, maar ik kan het niet verdragen als ik langer dan twee dagen mensen om me heen heb.” Mijn reactie was dat ik dat al na één dag heb; de lamme helpt de blinde, dus dat komt goed uit!’
In een ander interview zeg je dat humor hoger is dan wijsheid of waarheid.
‘Met humor maak je veel los en kom je in veel diepere lagen dan wanneer je iets heel serieus brengt. Ik zat laatst bij Pauw & Witteman aan tafel en daar ging het over vooroordelen, allochtonen en multi culti. Pff, dat is zo’n zware hap! Op het podium breng ik zo’n onderwerp met humor en dan merk je dat het ineens veel toegankelijker is.’
Dat maakt talkshows ook lastig; daar zit nooit echt een knipoog in. Bij P&W lijkt het bijna verboden om te lachen.
‘Ik kom daar over als een zure, verbitterde vrouw en dat ben ik in het dagelijks leven absoluut niet. Maar waar ligt dat dan aan? Niet aan de heren, die zijn op en top gastheer en ook de andere gasten valt niets te verwijten. De laatste keer dat ik er was heb ik het ontdekt. Ze gaven me de ruimte om over mijn voorsteling te praten, maar dan wel binnen zeven minuten. Alles wat je wil melden móét dus in die korte tijd goed uit de verf komen. Doordat ik die tijdsdruk in mijn hoofd heb stagneert er iets. En dat iets is mijn humor.’
Neem je jezelf serieus?
‘Sterker nog, ik neem het leven niet eens serieus, laat staan mezelf! Ik vind het leven om te lachen en als je dat niet kunt, dan heb je de grap niet begrepen. Al kunnen dingen fout lopen of stuk gaan, in iedere situatie is er wel iets waar je om kunt lachen.’
Ook bij overlijden of grote tegenslagen?
‘Ik heb op mijn vijftiende mijn moeder verloren en later ook mijn vader. Daardoor leer je een stukje relativeren in het leven. Ik was alles kwijt, had geen ouders en geen geld, ik zat bij de nonnen en mocht in ieder geval mezelf niet verliezen. De enige manier om dat te kunnen, was voor mij humor. Ik kon het leven alleen maar met een lach behappen, anders was het allemaal veel te zwaar. Al is dat ook betrokken, want als je echt ongelukkig bent kun je dat gevoel ook niet verloochenen.’
Kun je genieten?
‘Ik heb altijd drie camera’s bij me. Één die van boven naar mij kijkt, één die tegenover me naar mij kijkt en één die vanuit mij naar buiten kijkt. Die drie beelden probeer ik met elkaar te vergelijken en zo vind ik uit waarom iets voelt zoals het voelt. Op die manier geniet ik eigenlijk altijd, gewoon van het tafereel.’
Is het wel eens medisch onderzocht hoe het kan dat jij maar drie uur slaapt?
‘Het komt juist door medisch onderzoek dat ik dit doe. Ik moest hard werken om mijn school en huis zelf te kunnen betalen, toen ik in een medisch magazine las dat een mens voldoende heeft aan drie uur slaap. In die tijd vernieuwen de cellen zich namelijk en dat is de enige reden waarom we slapen. Alles boven die drie uur is gewenning.’
Hoe laat ga je dan naar bed?
‘Om een uur of twee en dan sta ik rond half zes, zes uur weer op. In de zomervakantie slaap ik ook wel eens overdag, maar dan voel ik me dus ontzettend moe en versuft en ben ik ook echt lui, terwijl ik de rest van het jaar geen luiheid ken.’
Is het een keuze geweest om zo te zijn, of ben je gewoon zo?
‘Ik dacht altijd dat het kwam omdat ik mijn ouders verloren had, maar ook daarvoor was ik een dynamisch en onrustig kind. Mijn zoon is net zo. Hij is ook zo positief als ik en altijd onrustig.’
Dat heeft ook te maken met wat je voorgespiegeld krijgt.
‘Ik ben er ook niet over uit; nature versus nurture. Maar mijn vader was ook zo en ik vind het wel een hele grote kracht om zo positief in het leven te staan.’
Wat is je man voor type dan?
‘Hij is een enorme pessimist! Toen hij me ten huwelijk vroeg, vroeg ik me af waarom en hij zei: “Om hele mooie herinneringen met jou op te bouwen.” Hij was een enorme casanova en wist niet eens dat je over gevoelens kon praten, laat staan dat je ze kunt beleven. Terwijl ik zeg wat ik denk en ik doe wat ik zeg, ik heb geen ego complex en daardoor was hij echt flabbergasted. Ik denk dat pessimisten zijn zoals ze zijn, omdat ze bang zijn om gekwetst of teleurgesteld te worden.’
Ik heb gelezen dat je moeder voor jouw vader het ‘vaste land’ was, maar dat hij daarnaast ook eilanden verkende. Dus niet monogaam was.
‘Klopt, mijn vader ging heel vaak uit “varen” en ik vind dat ook terecht. Ik geloof niet in trouw. Toen mijn man en ik trouwden hebben we afgesproken dat we elkaar geen trouw beloven, maar wel eerlijkheid. Binnenkort zijn we tien jaar getrouwd en om onze groei vast te houden spelen we elke maand een spelletje waarin we elkaar tien plus- en minpunten meegeven. Daar zit ook altijd de vraag bij of we nog trouw zijn. En dat ben ik nog.’
En wat is zijn antwoord op die vraag?
‘Een relatie binnen een relatie zou ik niet kunnen accepteren, maar je hebt je haven waar het veilig en betrouwbaar is en dan is een bezoekje aan een ander eiland als een stukje vakantie. Hij heeft dat nog nooit gedaan en ik weet zeker dat hij daarin ook eerlijk is.’
Dat kun je zeggen, maar het maken van die belofte is toch iets anders dan het in de praktijk ervaren.
‘In die zin heb ik het nog niet meegemaakt, maar als je een ontzettend leuke rollebolavond kunt hebben dan moet je dat ook doen. Het huwelijk is geen gevangenis voor gevoelens. Alsof je er dan voor tekent nooit meer wat te voelen voor een ander. Dat is wat mij betreft zo’n stomme belofte. De definitie van houden van is volgens mij dat je elkaar alle geluk en genot gunt, in de ruimste zin des woords.’
Mooi gezegd, een gevangenis voor gevoel.
‘Toen mijn zus ging trouwen had mijn moeder twee adviezen voor haar: blijf altijd financieel afhankelijk van je man en blijf, als je kinderen krijgt, bovenal altijd een lover. Zij had daarin gefaald zei ze, zij was vooral een moeder en geen lover, waardoor mijn vader het elders ging zoeken. Mijn moeder had daarin haar eigen theorie. Ze zei altijd dat als een vrouw accepteert dat ze belazerd wordt, ze in ieder geval zichzelf niet belazert.’
Ze moest bijna wel.
‘Zij had veel van die zinnen. Zo ook: geluk is de kunst om met de bloemen die je hebt een mooi boeket te maken. Maar je zult cactussen in je tuin hebben! Ik ga die bloemen wel zoeken, want ik neem geen genoegen met de bloemen die ik heb, als ze niet mooi zijn.’
Hoe ver kijk je vooruit?
‘Eckhart Tolle heeft een prachtig boek geschreven, “De Kracht Van Het Nu”, waarin staat dat veel mensen de gevangene van het verleden zijn en de scenarioschrijvers van de toekomst. Daardoor vergeten ze nu te leven. Ik heb het gelezen toen het niet zo goed met me ging en het heeft me op de been gehouden. Ik dacht dat optreden in theater Carré het ultieme was, maar toen ik daar stond realiseerde ik me dat de weg ernaartoe mooier was. Ik stopte, werd moeder en ging terug naar Turkije. Terug naar je roots heet dat, maar met die wortels heb ik dus niets, met wortels maak je hutspot. Hier ben ik het allergelukkigst en leef ik per dag. Ik plan nooit verder dan vijf jaar vooruit.’
Als je nu door die camera naar jezelf kijkt, vind je jezelf dan leuk?
‘Ik vind mezelf een heel leuke vrouw, echt! Maar dat werkt dus ook averechts en dat is een verschrikkelijk fenomeen. Want ik kan me dus echt niet voorstellen waarom mensen mij niet leuk vinden. Terwijl ik in zo’n programma als Pauw en Witteman vreselijk over kan komen.’
Je wordt veel uitgenodigd als het over allochtonen gaat, dan ga je waarschijnlijk ook in die rol zitten.
‘Dat doe ik ook, ik weet dat ik dan onwillend door heel veel buitenlanders word aangehoord alsof ik namens hen spreek. Terwijl ik mezelf niet allochtoon of gediscrimineerd voel en dat dus ook niet echt kan beamen. Het enige wat ik daarin schrijnend vind is stille discriminatie. Als ik bij het gemeentehuis mijn kind in moet schrijven dan krijg ik een allochtonenformulier, terwijl mijn kind gewoon een Nederlander is en ik ook alleen een Nederlands paspoort heb. Dat maakt je landloos. Zelf ben ik daar, in tegenstelling tot veel anderen, wel uit. De wereld is mijn land en de liefde mijn religie.’
Je hebt eerder in een interview gezegd dat angst een slechte raadgever is. Maar heb je, ook nu je een kind hebt, geen enkele vorm van angst?
‘Natuurlijk begrijp ik wat je bedoelt en is die angst er wel, maar ik sterf liever dan dat ik in angst leef. En ik geloof heel erg dat je het universum kunt beïnvloeden met wat je zegt en voelt. Ik geloof ook dat zelfs het allerergste in je leven gebeurt omdat het moet gebeuren.’
Het is een oer gevoel dat je ontwikkeld als je kinderen krijgt.
‘Dat merk ik ook wel. Het leven is een soort waterval en als je ernaar kijkt dan denk je dat je het nooit overleeft als je erin zou vallen. Maar als je er werkelijk in valt, dan doe je niets anders dan keihard zwemmen om het te overleven. En daar ben je ook sterk genoeg voor.’
Wat je eigenlijk zegt, is dat het leven helemaal niet zo moeilijk is.
‘Ik vind het leven heel simpel, heel licht. En natuurlijk, als ik mezelf zo hoor praten klinkt het allemaal te makkelijk. Als je zorgen hebt of je kind ernstig ziek is dan kun je ook niet zeggen dat het leven zo licht is en dat je ervan geniet. Maar juist om zulke ellende te overleven moet je licht denken.’









